Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Wettekst met uitleg (bijlage III KB/WIB ’92) 

Pensioenen of renten - De bijzondere regels (punten 90 tot 106)

Hier vind je de regels die van toepassing zijn op pensioenen of renten.

Laatst bijgewerkt op 18 maart 2024

Betaling van de pensioenen volgens een andere dan maandelijkse frequentie (punt 90)

De bedrijfsvoorheffing wordt verkregen door 1/30 te nemen van het product verkregen door vermenigvuldiging van de bedrijfsvoorheffing voor dit maandelijks pensioen of die maandelijkse rente met het aantal dagen van het tijdperk waarop het pensioen of de rente betrekking heeft.

Achterstallen van pensioenen of renten  (punt 91)

Behoudens enkele aanpassingen zijn de regels van toepassing die gelden voor de achterstallen van bezoldigingen (punten 58 tot 60), zonder mogelijkheid tot vrijstelling of vermindering.

Vakantiegelden op pensioenen of renten (punt 92)

De bedrijfsvoorheffing op vakantiegeld toegekend aan personen die een rust- of overlevingspensioen verkrijgen ten laste van het pensioenstelsel voor loontrekkenden is gelijk aan een percentage, dat varieert van 0 tot 36% van dat vakantiegeld, naargelang van het totaal van het belastbare maandbedrag van het pensioen en naargelang de verkrijger van de inkomsten alleenstaande is of diens echtgenoot/wettelijk samenwonende partner eigen beroepsinkomsten dan wel de echtgenoot/wettelijk samenwonende partner geen eigen beroepsinkomsten heeft..

Pensioenen en renten niet verleend in het kader van het pensioensparen, noch ter uitvoering van een wettelijk of reglementair statuut (punten 93 en 94)

Wat is dit?

Het betreft de rust- of overlevingspensioenen of -renten die  worden toegekend:

  • Buiten het kader van het pensioensparen
  • Noch ter uitvoering van de sociale wetgeving of van een wettelijk of reglementair statuut dat de betrokkenen uit het toepassingsgebied van de sociale wetgeving sluit

Het gaat ook om ouderdoms- en weduwrenten die verzekeringsinstellingen verlenen als tegenwaarde van stortingen die vrij zijn verricht in het kader van de wetgeving betreffende het bediendenpensioen.

Vaststelling van de bedrijfsvoorheffing – Variabele percentages  

De bedrijfsvoorheffing die op deze extralegale pensioenen en renten is verschuldigd, is gelijk aan een percentage dat varieert van 0 tot 37,35% van dat pensioen of die rente, naargelang van het totaal van het belastbare maandbedrag van het pensioen of de rente.

Er wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden wanneer op het pensioen een taks op het lange termijnsparen werd ingehouden of wanneer het jaarbedrag te laag is (punt 94).

Toelagen of renten verleend naar aanleiding van een ongeval, een ziekte of een invaliditeit (punt 95)

Wat is dit?

Het betreft toelagen of renten die:

  • Rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een beroepsactiviteit
  • Het herstel van een bestendige derving van bezoldigingen, winst of baten uitmaken

en die worden verleend naar aanleiding van een ongeval, een ziekte, een invaliditeit of andere soortgelijke gebeurtenissen.

De toelage of rente wordt betaald door de werkgever (of door diens tussenkomst)

De bedrijfsvoorheffing wordt berekend als op een exceptionele vergoeding (punt 53) [1] (zonder vermindering) (punt 95.1.).

De toelage of rente wordt betaald zonder tussenkomst van de werkgever, door een verzekeringsinstelling of een andere derde (andere instelling of tussenpersoon)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan

  • 11,11% van de vergoeding (zonder vermindering) wanneer het gaat om een wettelijke (door de wet opgelegde) toelage of rente
  • 22,20% (zonder vermindering) voor een extralegale toelage of rente

Er is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd wanneer de bruto jaarbezoldiging laag is (punt 195.2.).

Kapitalen en afkoopwaarden niet verleend in het kader van het pensioensparen  (punten 96 tot 101)

Zonder in detail in te gaan op deze heel complexe materie, wijzen we erop dat er verschillende regelingen van bedrijfsvoorheffing gelden naargelang van de bijzondere taxaties die van toepassing zijn.   

Kapitalen en afkoopwaarden omgezet in de vorm van lijfrente (punt 96)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 11,11% (zonder vermindering) van deze lijfrente [2].

Kapitalen en afkoopwaarden die afzonderlijk worden belast tegen het tarief van 10% (punt 97)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 10,09% (zonder vermindering) [3] van dit kapitaal of die waarde.

Kapitalen en afkoopwaarden die afzonderlijk worden belast tegen het tarief van 16,66%, 18,17% of 20,19% (punten 98 en 99)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan [4]:

  • 16,66% (zonder vermindering) op kapitalen die bij leven worden uitgekeerd vanaf 62 jaar of in geval van pensionering vanaf 61 jaar
  • 18,17% (zonder vermindering) op kapitalen die bij leven worden uitgekeerd op 61 jaar
  • 20,19% (zonder vermindering) op kapitalen die bij leven worden uitgekeerd op 60 jaar of in geval van pensionering vóór 61 jaar

Kapitalen en afkoopwaarden die afzonderlijk worden belast tegen het tarief van 33% en deze die nergens anders worden bedoeld (punt 100)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 33,31% (zonder vermindering) van dat kapitaal of die waarde [5].

Uitzondering

Er is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd wanneer het kapitaal, de afkoopwaarde of het kapitaal geldend als renten of pensioenen werd belast met een specifieke taks op het langetermijnsparen die niet wordt geregeld door het WIB 92 (punt 108).

Pensioensparen (punten 102 tot 106)

Pensioenen en renten van een spaarverzekering (punt 102)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan een variabel percentage (van 11,11% tot 21,20%, zonder vermindering) van het totaalbedrag van het pensioen of de rente, naargelang van het jaarbedrag van dit pensioen of die rente.

Spaartegoeden van spaarrekeningen en kapitalen en afkoopwaarden van spaarverzekeringen die afzonderlijk worden belast tegen het tarief van 8% (punt 103)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 8,08% (zonder vermindering).

Spaartegoeden van spaarrekeningen en kapitalen en afkoopwaarden van spaarverzekeringen die afzonderlijk worden belast tegen het tarief van 16,5% (punt 104)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 16,66% (zonder vermindering).  Die bedrijfsvoorheffing is ook van toepassing op het derde leeftijd sparen.

Spaartegoeden van spaarrekeningen en kapitalen en afkoopwaarden van spaarverzekeringen die afzonderlijk worden belast tegen het tarief van 33% en deze die nergens anders worden bedoeld (punt 105)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 33,31% (zonder vermindering).

Uitzondering

Er is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd wanneer het spaartegoed, de kapitalen en afkoopwaarden van spaarverzekeringen werden belast met een specifieke taks op het langetermijnsparen die niet wordt geregeld door het WIB 92 (punt 106).

[1] In dat geval wordt het percentage van de bedrijfsvoorheffing vastgesteld op basis van het jaartotaal van de normale brutobezoldigingen die als berekeningsgrondslag voor de toelagen of renten hebben gediend.

[2] Artikel 169, § 1 van het WIB 92.

[3] Artikel 171,2°, b en d van het WIB 92.

[4] Artikel 171,4°, f tot h van het WIB 92.

[5] Artikel 171,1°, d, f of h van het WIB 92.

 

Alle artikelen over Wettekst met uitleg (bijlage III KB/WIB ’92)