Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Wettekst met uitleg (bijlage III KB/WIB ’92) 

Beroepsinkomsten van sportbeoefenaars als nevenactiviteit (punt 150)

De regels inzake de bedrijfsvoorheffing zijn verschillend al naar gelang de hoogte van het loon.

Laatst bijgewerkt op 18 maart 2024

De volgende bepalingen zijn van toepassing op de bezoldigingen [1] van inwoners en de beroepsinkomsten van niet-inwoners op voorwaarde dat:

  • Het gaat om bezoldigingen van sportbeoefenaars (in strikte zin) die 23 of 24 jaar zijn op 1 januari 2025 of op die datum de leeftijd van 26 jaar hebben bereikt, de scheidsrechters, opleiders, trainers, begeleiders voor hun arbeidsprestaties uit hoofde van die activiteiten, en,
  • De beroepsinkomsten uit de sportactiviteit lager zijn dan het totaal bruto belastbaar bedrag van de inkomsten die deze verkrijgers behalen uit een andere beroepsactiviteit.

De bedrijfsvoorheffing wordt als volgt berekend:

Het jaarlijks inkomen is niet hoger dan 23.980,00 euro (punt 150.1.)

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 33,31% (zonder vermindering).

Het jaarlijks inkomen is hoger dan 23.980,00 euro (punt 150.2.)

Op de (eerste) schijf van 23.980,00 euro

De bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 7.987,73 euro.

Op het verschil tussen het jaarlijks inkomen en 23.980,00 euro

De bedrijfsvoorheffing op het saldo van het inkomen wordt als volgt vastgesteld:

Op dat bedrag wordt een bedrijfsvoorheffing toegepast volgens:

  • De regels voorzien in deel 2 voor de bezoldigingen van Rijksinwoners en ermee gelijkgestelde niet-inwoners  (verminderingen mogelijk)
  • De regels voorzien in deel 6  voor bezoldigingen van de niet-inwoners (zonder vermindering)

De totale bedrijfsvoorheffing wordt verkregen door het vaste bedrag en het variabele deel op te tellen.

[1] Zoals bedoeld in art. 30, 1° WIB voor werknemers.

Alle artikelen over Wettekst met uitleg (bijlage III KB/WIB ’92)