Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Algemeen stelsel

Outplacement in geval van omzetting van de opzegtermijn in een verbrekingsvergoeding

Indien de werkgever op een bepaald moment beslist om de opzegtermijn om te zetten in een verbrekingsvergoeding, moet de outplacementprocedure niet opnieuw gevoerd worden.

Laatst bijgewerkt op 19 januari 2024

De opgestarte procedure wordt dus gewoon verdergezet.

Weigerde de werknemer bij aanvang van zijn opzegtermijn het outplacementaanbod van de werkgever, dan zal hij het bij de omzetting niet alsnog kunnen opeisen, ook al zal hij daar bij de omzetting financieel nadeel van ondervinden. Op het moment van omzetting gelden immers de volgende regels:

Indien de werknemer (nog) geen outplacement genoten heeft

Indien de werkgever op een bepaald moment beslist om de opzegtermijn om te zetten in een verbrekingsvergoeding moet hij van de te betalen verbrekingsvergoeding 4 weken loon aftrekken, ter waarde van de outplacementbegeleiding.

Voorbeeld: De werknemer wordt ontslagen met een opzegtermijn van 35 weken. Na 2 weken beslist de werkgever om de resterende 33 weken om te zetten in een verbrekingsvergoeding. De werknemer heeft tijdens de opzegtermijn nog geen outplacementbegeleiding genoten. 

De werkgever zal van de 33 weken opzegvergoeding die hij de werknemer moet betalen, nog 4 weken loon moeten aftrekken ter compensatie van de waarde van de outplacementbegeleiding waar de werknemer recht op heeft.

Opgelet! Wanneer de werknemer medisch ongeschikt is om een outplacementbegeleiding te volgen en hierdoor geen recht heeft op outplacement, mag de werkgever ook niet overgaan tot de aftrek van de 4 weken loon.

De werknemer heeft al een deel outplacementbegeleiding genoten

Indien de werknemer reeds een deel van zijn outplacementbegeleiding tijdens de opzegtermijn genoten heeft, mag de werkgever enkel nog de waarde van het resterende gedeelte aftrekken.

De waarde van dit resterende gedeelte wordt berekend aan de hand van de formule A/60 x 4 weken loon, waarbij A gelijk is aan het aantal nog te volgen uren outplacementbegeleiding.

Voorbeeld: De werknemer wordt ontslagen met een opzegtermijn van 35 weken. Na 15 weken beslist de werkgever om de resterende 20 weken om te zetten in een verbrekingsvergoeding. De werknemer heeft tijdens de opzegtermijn al 30 uren outplacementbegeleiding genoten (dit is de helft van waar hij recht op heeft) die aangerekend werden op het sollicitatieverlof. 

De werkgever zal van de 20 weken opzegvergoeding die hij de werknemer moet betalen, nog 2 weken loon mogen aftrekken (30/60 x 4 weken loon) ter compensatie van de waarde van de outplacementbegeleiding (30 uren) waar de werknemer nog recht op heeft.

Alle artikelen over Algemeen stelsel