Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Verbreking met betaling van een opzegvergoeding: de fiscale aspecten  

Hoe worden de opzegvergoedingen belast?

De wet van 7 april 2019 heeft het fiscale stelsel voor opzegvergoedingen retroactief gewijzigd, met ingang van 1 januari 2018.

Laatst bijgewerkt op 19 januari 2024

Sinds 1 januari 2012, worden alle opzegvergoedingen afzonderlijk belast aan de gemiddelde aanslagvoet van toepassing op het geheel van de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad [1].

Sinds 1 januari 2018 wordt de belasting berekend op basis van de belastbare beroepsinkomsten verkregen gedurende de 12 maanden van het laatste jaar voorafgaand aan de betaling van de vergoeding [2].

Het jaar waarin een belastingplichtige geen normale beroepswerkzaamheid heeft uitgeoefend, maar gedurende elk van de twaalf maanden van het beschouwde jaar belastbare beroepsinkomsten heeft verkregen (met inbegrip van vervangingsinkomsten, pensioenen, renten, enz.) kan voortaan als een geldig referentiejaar worden aangemerkt (bijvoorbeeld een belastingplichtige die gedurende het jaar 3 maanden werkzaam is geweest en de overige 9 maanden van inactiviteit een vervangingsinkomen heeft gekregen).

Deze bepaling is met terugwerkende kracht van toepassing op ontslagvergoedingen die vanaf 1 januari 2018 werden toegekend.

Indien echter de belasting aan de progressieve aanslagvoeten voordeliger uitvalt, worden deze laatste toegepast [3].

[1] Art 171, 5° a van het WIB 92.

[2] Art. 171 5e a van de WIB 92 gewijzigd door de wet van 7 april 2019 tot wijziging van, het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de afzonderlijke aanslag betreft.Belgische Staatsbald van 3 mei 2019 Numac n° 2019012006

[3] Art 171, 1e lid van het WIB 92.

 

Alle artikelen over Verbreking met betaling van een opzegvergoeding: de fiscale aspecten